Coaching
Psycholoog
Training
Personal Coaching
Bedrijfscoach
De zwarte vinger
“Om mensen laagdrempelig te bereiken met handige tips en tools uit mijn coaching- en psychologiepraktijk, schrijf ik een twee-wekelijkse column in de Baarnsche Courant. Daarin schrijf ik over (dagelijkse) dingen die je behoorlijk dwars kunnen zitten en die voor veel mensen heel herkenbaar zijn. Heb je vragen naar aanleiding van deze blog? Dan hoor ik dat graag!”
De zwarte vinger
Ik heb net een mooi punt bij tennis gemaakt. En ik voel ineens een steek in mijn vinger. Pang. Een mug, denk ik. Ik kijk wel even rond want we spelen binnen en het is niet echt muggentijd. Vreemd. Ik zie en hoor helemaal niets vliegen. Ik besteed er verder geen aandacht aan. Aan het einde van de wedstrijd heb ik echter een vinger die zwart wordt. Mijn vriendinnen kijken er naar en zeggen: wat is dat nou? Zwart is niet een goed teken. Dat weet ik ook wel. Maar ik doe nonchalant en zeg: Niets, gestoken door een mug net of zo.
We drinken koffie en ik krijg steelse blikken toegeworpen. De steeds zwarter, dikker wordende wijsvinger valt op. Het doet ook best wel pijn. De vriendinnen zijn bezorgd. Door hun bezorgdheid raak ik ook onrustig. Ik heb helemaal geen zin in dit onverwachte gedoe. Gaat wel weer over zeg ik dapper.
Ook thuis valt mijn dikke zwarte vinger op. Wat heb jij nou weer? Heb je met je vinger tussen de autodeur gezeten of zo?, vraagt mijn man. Ik zeg hem dat ik dat toch echt wel zou hebben gemerkt. En leg weer uit dat het kwam nadat het voelde alsof een mug me geprikt had. Hij kijkt me sceptisch aan. Ik loop wel meer tegen dingen aan en heb snel blauwe plekken. Maar ik heb echt nergens tegen aangelopen of tussen gezeten dit keer. Of toch?
De volgende dag zie ik toevallig mijn vriendinnen weer. Met een nog zwartere, dikkere vinger. Het doet nu ook echt pijn. Ze staan erop dat ik naar de dokter ga. Ik blijf nonchalant doen. Stiekem zit ik toch in de rats en ben al de hele tijd aan het kijken of er een zwarte streep van de vinger naar mijn hart loopt: want dan ben ik toch echt exit. En het leven is veel te leuk. Ook mijn man vindt het nu niet meer normaal en is bezorgd. Hij zegt: Die vinger is echt zwart nu. Dat lijkt me niet goed. Dat hij dat zegt is voor mij een alarmbel. Hij maakt zich niet snel zorgen. Misschien is het niets, een zwarte vinger syndroom of zo, bagatelliseert hij gelijk daarna. En trekt daarbij ironisch zijn wenkbrauwen op.
Ik kijk nog eens kritisch naar mijn zeer dikke, zwarte vinger en besluit om de huisarts te bellen tijdens het telefonische spreekuur. Hoef ik er niet naar toe en als het ernstig is, dan hoor ik het wel. Ik krijg mijn dokter aan de lijn. Ik leg hem uit dat ik ineens een zwarte vinger heb die pijn doet. Hij zegt opgewekt: Oh, dat is het blue finger syndroom. Dat komt voor bij vrouwen tussen de 50 en 70. Gaat vanzelf over. Je hoeft verder niets te doen. Mentaal ben ik al afgehaakt na de tweede zin: ik ben helemaal klaar met mijn lichaam die nu vreemde “oude” klachten krijgt. Innerlijk voel ik me nog steeds 20. Maar de spiegel en mijn lijf vertellen me anders. Het is even snel bijschakelen en accepteren.
Ik vertel mijn man dat hij in de buurt zat met zijn “zwarte vinger syndroom”. Alleen is de officiële term blauw en gaat het vanzelf over. Hij zegt: Zie je wel dat het niets was?! Pardon, wie was er ook alweer bezorgd en vond dat ik misschien toch even ernaar moest laten kijken? Maar goed, ik besluit het te negeren: zowel hij als ik zijn gerustgesteld. Hij kan het niet laten om nog smalend te zeggen: Je hebt vast ook zoiets als zwarte tenen. Het blue toe syndroom. We lachen er samen om. Ik check het later toch stiekem op internet. En inderdaad, heeft meneer nog gelijk ook.