Coaching
Psycholoog
Training
Personal Coaching
Bedrijfscoach
Harde feiten
“Om mensen laagdrempelig te bereiken met handige tips en tools uit mijn coaching- en psychologiepraktijk, schrijf ik een twee-wekelijkse column in de Baarnsche Courant. Daarin schrijf ik over (dagelijkse) dingen die je behoorlijk dwars kunnen zitten en die voor veel mensen heel herkenbaar zijn. Heb je vragen naar aanleiding van deze blog? Dan hoor ik dat graag!”
Harde feiten
Hij kijkt me aan en zegt: “Je bent dikker geworden.” Ik kijk lichtelijk geirriteerd terug en haal mijn schouders op terwijl ik ondertussen denk: “Waar bemoei je je mee?”
Ik zet me echter over mijn irritatie heen, haal diep adem en zeg neutraal: “Volgens mij niet, wat heb ik nou gegeten?” En denk stiekem aan het gevulde (weliswaar paleo-proof) speculaas dat ik gebakken heb en nu alweer op is. Het was een enorm homp, toegegeven. Een homp die er bovendien rap doorheen ging, ook al heb ik uitgedeeld aan visite en waren er drie man thuis.
En dat was maar 1 lekker ding. Het wordt kouder en ik had de hele tijd trek. Die, weliswaar ongebrande en dus in mijn levensstijl passende, nootjes zijn ook op. En de doos met handgemaakte chocolaatjes die ik voor mijn verjaardag heb gehad, wordt ook steeds leger. Dus ik voel wel wat nattigheid, ook al past alle kleding me nog prima.
Hij bekijkt me nog een keer kritisch en zegt: “Je bent dikker geworden. Dat is gewoon een hard feit. Ik ben hard en de weegschaal is het feit.” Zijn wenkbrauwen gaan ironisch omhoog. “Check het maar voor jezelf. Of zullen we samen nu even wegen, dan weet je het zeker.” Vet niet, denk ik gelijk en wimpel het beleefd af. “Ik sta zelden op de weegschaal en als ik dat doe dan altijd ’s morgens bij het opstaan”, zeg ik, “en dat ga ik nu niet veranderen alleen omdat jij denkt dat ik dikker ben geworden.” Hij haalt nu zijn schouders op. “Dan moet je het zelf maar weten,” zegt hij.
Ik denk erover na. Mijn nieuwe feit is dat ik me morgen toch maar even ga wegen en pas op de plaats ga maken als de weegschaal feitelijk wat anders aangeeft dan wat ik als feit wil zien. Hij heeft scherpe ogen en zegt het om me te helpen, dat weet ik ook wel al wil ik het niet altijd horen. Hij wil niet dat ik eindig als mijn moeder, vanaf haar vijftigste zwaar diabeet en vanaf haar 60ste permanent in een rolstoel. Van mijn moederskant had iedereen diabetes 2, inclusief mijn opa met afgezet been. De diabetes was ontstaan bij hen na hun vijftigste door onder meer verkeerd eten en niet te sporten. Mijn moeders familie hield van zoet. En van hartig. Ik ook, ik vind alles lekker. Dus dan hang je altijd eigenlijk.
Wanneer eet ik te veel? Ik weet het antwoord wel: Als ik me onrustig voel (en dat gebeurt nogal eens nu de overgangshormonen weer volop door mijn lijf gieren) of als ik voor de tv hang.
Ik neem me voor bij alles wat ik tussen de drie maaltijden door neem mezelf eerst ga vragen: Heb ik honger?
Nee? Dan doe ik het niet en zoek ik afleiding.
Ja? Past dit extraatje binnen mijn levensstijl?
Als dit zo is, en ik heb er echt zin in, dan eet ik het. Maar dan wel bewust ervan genietend en niet even snel achter de pc naar binnen schrokken. Als het iets ongezond is, is er dan een beter, liefst paleo alternatief? Als dat er is, dan neem ik dat. En als dat er niet is, en ik wil het bewuste item graag eten, dan eet ik het lekker op maar wel mindful en genietend. Dan kies ik bewust voor de “zonde”.
Nu, een week later, merk ik dat ik met deze twee vragen heel veel extraatjes laat voor wat het is. Zelfs de chocoladekruidnootjes, waar ik eerst moeilijk nee tegen kon zeggen. En ze komen steeds vroeger in de winkels te liggen, is het je ook opgevallen? Ze zijn in mijn ogen de zonde niet meer waard. Ik maak ze immers zelf lekkerder en veel gezonder. Gelukkig heb ik op het moment niet veel tijd om ze te bakken. Want dat is veel vriendelijker voor mijn lijf en de maandelijkse weegschaal-check. Dat is ook een hard feit.