Coaching
Psycholoog
Training
Personal Coaching
Bedrijfscoach
Roeien of Kanoën?
“Om mensen laagdrempelig te bereiken met handige tips en tools uit mijn coaching- en psychologiepraktijk, schrijf ik een twee-wekelijkse column in de Baarnsche Courant. Daarin schrijf ik over (dagelijkse) dingen die je behoorlijk dwars kunnen zitten en die voor veel mensen heel herkenbaar zijn. Heb je vragen naar aanleiding van deze blog? Dan hoor ik dat graag!”
Roeien of Kanoën?
Ze is midden veertig en zegt gedecideerd, de armen over elkaar slaand: “Ik wil dit niet meer, ik ben het zat.”
Ik knik bevestigend, en zeg “Okay, dat is duidelijke taal. Maar… even dat ik je goed begrijp: wát wil je precies niet meer?”
Ze vertelt dat ze het zat is ‘het sloofje’ thuis te zijn voor haar tienerzoon en twee bonusdochters van 10 en 13, die bijna elk weekend komen logeren: “Ze eten alles op wat los en vast zit, ruimen niets op, overal slingeren vieze kledingstukken, het toilet en de badkamer lijken meer op een oorlogszone…. Die drie doen waar ze zin in hebben, ik speel continu voor taxi en er kan geen ‘dank je wel’ af. Ik wil het niet meer.”
Ik zeg dat ik daar helemaal in kan komen en pols voorzichtig hoe het zit met de partner met wie ze al een poos samenwoont: gaat dat goed of valt hij ook onder de quote dat ze het zat is? Ze zegt, gelijk blij kijkend: “Nee, dat is een schat. Hij kan het gelukkig ook heel goed vinden met mijn zoon. Hij werkt wel heel veel, ook in het weekend. Dus dan komt alles op mij neer. En dat vind ik soms best zwaar. Dat begrijpt hij gelukkig, en hij kookt dan vaker door de week.”
“Ah,” vat ik samen “dus jij en je partner ondersteunen elkaar goed op het thuisfront. En hoe is het op je werk, want je werkt toch drie dagen?” Ze knikt bedachtzaam en zegt, traag: “Nu je het zo vraagt… ook daar ben ik bepaalde dingen behoorlijk zat. Ik wil niet meer dat iedereen maar van alles bij me dumpt en verwacht dat ik alles voor ze oplos. Ik ben weliswaar de officemanager …” Ze valt stil. Ik vul spontaan voor haar aan: “… maar niet gekke Henkie!’. We schieten beiden spontaan in de lach.
“Hoe pak ik dit allemaal nu het beste aan, heb jij een idee? Ik loop echt vast zelf” polst ze, wat verlegen. Ik zeg neutraal: “Het valt me op dat je heel veel vertelt over wat je niet wil. Dat kun je vergelijken met een roeier – die roeit ergens van weg, met zijn rug naar een bestemming. Je hebt ook kanoërs, die varen met hun gezicht naar hun doel toe en kunnen daardoor goed bijsturen en op de juiste stromen meevaren.” Ze laat dat even bezinken.
“Kanoën is veel handiger lijkt me” zegt ze dan. Ik knik bevestigend en voeg toe, “Bovendien is het veel fijner om toe te gaan werken naar iets dat je graag wil, een positief doel dat je wil bereiken. Als je focust op wat je niet wil – dan werk je vanuit een negatief doel.”
Ze knikt instemmend en we beginnen met positieve doelen op te stellen. Ze ‘kanoot’ mijn voordeur uit.