Coaching
Psycholoog
Training
Personal Coaching
Bedrijfscoach
Bang versus angstig
“Om mensen laagdrempelig te bereiken met handige tips en tools uit mijn coaching- en psychologiepraktijk, schrijf ik een twee-wekelijkse column in de Baarnsche Courant. Daarin schrijf ik over (dagelijkse) dingen die je behoorlijk dwars kunnen zitten en die voor veel mensen heel herkenbaar zijn. Heb je vragen naar aanleiding van deze blog? Dan hoor ik dat graag!”
Bang versus angstig
'Als je bang bent denk je weinig, als je angstig bent denk je juist heel veel’
Is er verschil tussen bang zijn en angstig? Ja, dat is er zeker.
De bovenste zin gebruik ik om het kernverschil uit te leggen zodat rationeel het verschil duidelijk is. Maar hoe voelt dat verschil dan – wat net zo belangrijk is. Dat kun je zelf goed ervaren met behulp van de volgende situaties.
Wanneer ben je volgens jou in de onderstaande situaties ‘angstig’ (A) en wanneer ‘bang’ (B)? Zet A of B achter elke zin.
- Je ziet een auto hard op je afkomen.
- Je denkt dat er mogelijk een auto hard op je zal gaan komen.
- Je staat oog in oog met een overvaller.
- Je denkt dat er kans is dat je overvallen gaat worden.
- Je hebt de diagnose gekregen van een ernstige ziekte.
- Je vermoedt dat je kans hebt om een ernstige ziekte te krijgen.
- Je zit midden in een aardbeving.
- Je denkt dat er een kans is om op vakantie een aardbeving mee te maken.
De situaties in de oneven zinnen (1, 3, 5 en 7) gebeuren allemaal in het ‘echt’, dus nu, en hebben te maken met Bang zijn. Er is een concrete, directe aanleiding.
De even zinnen (2, 4, 6 en 8) draaien allemaal om mogelijke gebeurtenissen in de toekomst waar je je nu Angstig over maakt – ook al weet je nog niet of het gaat gebeuren en hoe je in de praktijk zal reageren.
Bang zijn is een nuttige emotie in het NU omdat het je helpt en stimuleert om gevaarlijke situaties te overleven doordat je lijf zich klaarmaakt om het gevaar het hoofd te bieden. De acties die je onderneemt om het gevaar te bestrijden zijn vaak automatisch en ingeslepen in je ‘zijn’: je reageert zonder echt na te denken. Vergelijk het maar met ademhalen, dat doe je ook niet de hele tijd bewust. Zo reageren we vaak ook automatisch en zonder na te denken (!) als er plotseling gevaar is. De laatste keer dat een deur keihard dichtsloeg zonder dat je dit verwachtte, schrok je je vast suf en voelde je je hart zowat je lijf uitbonken. In aanvulling op deze automatische reacties kun je bang zijn ook aanleren door en met behulp van taal. Als iemand bijvoorbeeld roept “Brand, brand” dan vlucht je snel het kantoorpand uit – via de trap als het goed is. En als iemand zegt ‘pas op, de vloer is glad’ dan weet je ook dat je voorzichtig moet lopen.
Je lijf reageert gelijk op jouw bang zijn. Dit merk je aan een snellere hartslag en ademhaling etcetera. Een adrenaline boost maakt je alert en zorgt ervoor dat genoeg energie vrijkomt om jou in staat te stellen in actie te komen om het gevaar het hoofd te bieden. Het (angst)zweet kan je dan uitbreken, je kan misselijk en duizelig zijn, en zelfs het idee hebben dat je flauwvalt. Hoe vervelend het ook is, dit dient ervoor om jou in staat te stellen het gevaar het hoofd te bieden. Bang zijn zorgt er bovendien voor dat je je extra bewust bent van alles in je omgeving2– en dus ook mogelijke gevaren. Het helpt je dus om te focussen op het gevaar dat je bedreigt en dit te kunnen overleven.
Angstig
Angstig zijn is een gemoedstoestand die juist gericht is op de toekomst – de dingen waar je je zorgen over maakt zijn niet gebeurd maar zouden mogelijk kunnen gebeuren. Bijvoorbeeld, je maakt je zorgen over een presentatie die je over een maand moet houden, je beoordelingsgesprek over 6 maanden of je maakt je druk over de mogelijke bijwerkingen van een vaccinatie die je over een week krijgt. Als je angstig bent heb je vaak akelige voorgevoelens die je niet kunt plaatsen, je voelt je gespannen en onrustig en je spieren zijn gespannen. Je kunt je heel nerveus voelen en erg prikkelbaar zijn.
Het positieve nut
Meestal zijn de lichamelijke uitingen bij angst dus (veel) minder heftig dan bij bang zijn. Angstig zijn en piekeren kunnen echter veel langer duren, vooral omdat het zich met name in je hoofd afspeelt en “echte” situaties vaak redelijk snel voorbij zijn. Bijvoorbeeld: een beer op de weg in je hoofd kan dagen blijven malen en wordt elke keer gevoed door je angsten maar een echte beer op de weg zal redelijk snel doorlopen en in het bos verdwijnen – en hoef je dus niet meer bang voor te zijn.
Misschien pieker je veel en ben je heel bang en angstig, dan is het moeilijk om het positieve ervan in te zien. Bang, angstig zijn en piekeren hebben echter ook echt hun positieve nut. Zo zal het je óók aanzetten om gerichte acties te ondernemen om bepaalde angsten met betrekking tot je familie, gezondheid en werk te voorkomen. Als je bijvoorbeeld vreest om net zoals je ouders diabetes-2 te krijgen, dan zal je extra letten op gezond eten en sporten.
Om je een andere relatie met je angsten en bang zijn te laten krijgen kun je bijvoorbeeld starten met deze oefening. Je gaat je bang zijn en piekeren dan vanuit een positiever filter bekijken en dit helpt je dan om je angsten ook als helpend voor jou te zien, niet alleen maar als lastig, eng en een blok aan je been.
Oefening: Heeft reageren met bang zijn en piekeren me ook geholpen?
Eerst ga je voor jezelf een voorbeeld beschrijven waar je erg bang was voor een echt gevaar (een auto die ineens vol gas op je afkwam, of een persoon die agressief deed tegen je etc.). Door toen ook bang te zijn en de acties die daaruit voortkwamen kon je goed voor jezelf en/of voor anderen het positieve verschil maken. Hetzelfde doe je daarna voor een situatie waarvoor je erg angstig was (bijvoorbeeld ziekte of reorganisatie) en waar je acties een positief resultaat voor je hadden.
Bange situatie
- Wat was de gevaarlijke of bedreigende situatie?
- Hoe reageerde je (gedachten, gevoelens, emoties en acties)?
- Wat was het nuttige en positieve van je antwoord op de situatie?
Angsten of pieker situatie
- Wat was de potentiële aanleiding voor je zorgen, angsten en gepieker?
- Hoe reageerde je (gedachten, gevoelens, emoties en acties)?
- Wat was het nuttige en positieve van je antwoord op de situatie?
Waarom is dit zo’n nuttige oefening?
Omdat het je laat inzien dat je angsten en je bang zijn op hun beurt ook hun (grote) nut voor je hebben gehad in het verleden. En je zal er vast en zeker in de toekomst ook mee te maken krijgen. Angst, bang zijn en je zorgen maken zijn in ons oerbrein genesteld. Ze horen bij het leven net zoals je water en drinken nodig hebt om je lichaam gaande te houden en zuurstof nodig hebt om te kunnen ademen. Maar alles met mate natuurlijk – te veel zuurstof, eten en drinken zorgen dat je zeer ziek kan worden en zelfs kan sterven. Ook angsten kunnen zo een eigen leven gaan leiden en je veel te veel in beslag nemen – of ze nu (een beetje) terecht zijn of niet.
Paniek in de tent!
Veel mensen krijgen in hun leven wel eens te maken met een paniek aanval – je wordt hier ineens zonder aanleiding door overvallen. Daarom worden deze aanvallen ook vaak als ‘vals alarm’ gelabeld. Maar liefst 10 tot 33 op de 100 mensen hebben last van zo’n paniek aanval in een bepaald jaar.3Paniek aanvallen kunnen gepaard gaan met angstaanjagende symptomen zoals een ‘racend hart’, pijn in de borst, het gevoel geen lucht te kunnen krijgen, trillen of shaken, zweten, duizelingen en je ‘flauwvallerig’ voelen, misselijk of darmproblemen, angst om gek te worden en om dood te gaan.
Tip: Denk niet gelijk: ‘ik ben gestrest en die klachten komen daardoor.’ Laat altijd bij deze klachten eerst goed uitzoeken of niet een reëel lichamelijk onderliggend probleem of ziekte de reden is!
En onthoud: je bent echt niet de enige die gebukt gaat onder angsten en piekeren. Uit onderzoek is dat ongeveer 30% van de bevolking hier gedurende de levensloop mee te maken krijgt.3In 2019 waren er in Nederland naar schatting 457.800 mensen die onder behandeling waren bij de huisarts voor een angststoornis: 151.600 mannen en 306.200 vrouwen. Het vermoeden is dat het cijfer echter veel hoger ligt op basis van een landelijk bevolkingsonderzoek. Niet iedereen meldt zich immers bij de huisarts voor hulp.
Mensen tussen de 25-29 jaar hebben het meest last van angststoornissen. Ze komen in elke leeftijdscategorie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.4
Heel angstig? Zoek hulp!
Als je het idee hebt dat de angsten buiten proportie zijn en je letterlijk en figuurlijk in de weg zitten, bijvoorbeeld door je veel te veel zorgen te maken over kleine, eigenlijk onbelangrijke dingen en veel last hebt van de lichamelijke angstklachten, blijf er niet mee rondlopen. Ga bijvoorbeeld naar je huisarts en bespreek het.
Wil je als bedrijf anders met angsten en gepieker leren omgaan en lichter leren leven en werken vanuit verschillende psychologische stromingen zoals de cognitieve en positieve psychologie? Ik geef graag in-company workshops en heb meerdere DIY in-company e-learnings op dit gebied ontwikkeld. Kijk bij interesse op www.jnscoaching.nlof mail of bel me. Leuk!
Bronnen:
1 Forsyth, J. P., & Eifert, G. H. (2016). The mindfulness and acceptance workbook for anxiety: A guide to breaking free from anxiety, phobias, and worry using acceptance and commitment therapy. New Harbinger Publications.
2 Barlow, D. H. (2004). Anxiety and its disorders: The nature and treatment of anxiety and panic. Guilford press.
3 Kessler, R. C., Berglund, P., Demler, O., Jin, R., Merikangas, K. R., & Walters, E. E. (2005). Lifetime prevalence and age-of-onset distributions of DSM-IV disorders in the National Comorbidity Survey Replication. Archives of general psychiatry, 62(6), 593-602.
4 https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/angststoornissen/cijfers-context/huidige-situatie#node-prevalentie-angststoornissen-huisartsenpraktijk; geraadpleegd op 29 april 2021